Friday, September 14, 2012

Budapest-Esztergom. 17 juli 2007

Vanmorgen na een ontbijt vertrokken uit Budapest. Het was verschrikkelijk fietsen om de stad uit te komen. Niet echt een lekker fietspad langs de Donau maar overal stoplichten en wachten en goed uitkijken.

Het is nog steeds heel erg warm, dus vroeg vertrekken en op tijd weer binnen is belangrijk.

De eerste stop maakten we in Szentendre.

Szentendre is een stad aan de rechteroever van de Donau, met ongeveer 23.000 inwoners. De naam van de stad is afgeleid van de Sint-Andreaskerk die hier in de middeleeuwen werd gebouwd. Szentendre ligt 20 km ten noorden van Budapest. De weg vanuit de hoofdstad leidt via de licht hellende Vörös Hadsereg útca in de richting van het hoofdplein, het driehoekige Fő tér.
Het stadje Szentendre heeft grillige hellingen. Er zijn koffiehuizen, winkels en boetieks. Aan het Fő tér staan alle gebouwen op de monumentenlijst; ze vormen een bonte verzameling van stijlen en kleuren. 

Onderweg bij een standbeeld van Béla IV (29 november 1206 - Margiteiland (bij Boeda), 3 mei 1270). Hij was koning van Hongarije van 1235 tot 1270 en afkomstig uit het huis van Árpád.

Even een rustpauze in de schaduw op een bootje langs de Donau.

De dom van Esztergom, gebouwd tussen 1822 en 1869, is 118 meter lang en aan de westzijde 40 meter breed. De 72 meter hoge koepel wordt door 24 zuilen gedragen. Tegen het zuidelijke deel van de kerk is in de 19e eeuw de Bakócz-kapel gebouwd. Deze oude kapel die uit 1506-1507 dateert, is steen voor steen afgebroken, genummerd en hier en weer opgebouwd. De kapel heeft met rood marmer beklede muren en een wit marmeren altaar van de Florentijn Andrea Ferrucci uit het jaar 1519. Het is een voorbeeld van Toscaanse renaissancekunst. In deze schatkamer en in het museum voor christelijke kunst, dat in het aartsbisschoppelijk paleis is gevestigd, worden vele zeer waardevolle kunstwerken bewaard. Het museum bevat de rijkste collectie aan religieuze voorwerpen van Hongarije. Men vindt er vele bijzonder waardevolle voorwerpen in goud- en zilversmeedwerk en een kruis van kristal uit de tijd van de Karolingers. Verder zijn er kelken en bokalen, ingelegd met emaille en van veel reliëf voorzien.
Vlak bij de dom, aan de linkerzijde, ligt op de burchtheuvel het koninklijk paleis, dat van de 10e eeuw tot de 12e eeuw gebouwd werd. Het is blootgelegd en gerestaureerd. Hier zou hertog Godfried van Bouillon in 1096 ontvangen zijn geweest door de Hongaarse koning Kálmán. Hij verzocht de koning tot toestemming, om door zijn rijk te trekken met zijn kruisvaardersleger. Koning Kálman gaf toestemming, op voorwaarde dat zijn Kruisvaarders zijn land onderweg niet zouden plunderen en op voorwaarde dat de kruisvaarders, samen met het Hongaarse leger, Belgrado op de Serviërs zouden innemen. Godfried van Bouillon kwam zijn beloftes na.
De Dom van Esztergom met burcht. Esztergom (Duitse naam: Gran) is een stad met ruim 30.000 inwoners, op ongeveer 50 km afstand van Budapest en gelegen aan de Donau, die hier de grens met Slowakije vormt. Het is een van de oudste steden van Hongarije: sinds de 11de eeuw is het de zetel van een aartsbisdom. In deze bisschoppelijke hoofdstad van Hongarije staat dan ook de grootste kerk van het land.

Het interieur van de Dom van Esztergom. Deze Dom en plaats is ook bekend van kardinaal Mindszenty.  Uit verontwaardiging over de Hongaarse oorlogsdeelname aan de kant van de asmogendheden, ruilde hij in 1941 zijn Duitse naam Pehm in voor Mindszenty, naar zijn geboorteplaats. In 1944 werd Mindszenty bisschop van Veszprém. Tussen zijn benoeming op 4 maart en zijn bisschopswijding op 25 maart bezette nazi-Duitsland Hongarije. Mindzenty's anti-Duitse instelling leidde opnieuw tot maandenlange gevangenschap, opgelegd door de Hongaarse marionettenregering.
Na de oorlog werd hij aartsbisschop van Esztergom en primaat van Hongarije. In 1946 werd hij bevorderd tot kardinaal. Als hevig tegenstander van het communisme werd hij door de Hongaarse regering op het einde van 1948 gearresteerd en beschuldigd van verraad en illegale geldtransacties. Tijdens een ophefmakend proces pleitte Mindszenty schuldig op de meeste hem ten laste gelegde feiten. Men ging ervan uit dat hij bekende onder invloed, omdat hij voordien had meegedeeld onder geen enkel voorwendsel ook maar iets te bekennen. Het hof veroordeelde hem tot levenslange opsluiting. Hij mocht, wegens gezondheidsredenen, in 1955 uit de gevangenis, maar bleef onder huisarrest, onder nauw toezicht.

Zicht vanaf de Dom richting de Donau met aan de andere zijde Slovakije.


Het plein vlakbij de Dom.


De grens tussen Slowakije en Hongarije ligt precies in het midden van de Donau en wordt ook aangegeven op de Marie Valeriebrug.


Even een uitvluchtje gemaakt naar de grensplaats Stúrovo in Slowakije.

De Dom van Esztergom bij avond gezien vanaf de brug over de Donau.


Uit een opschrift op de brug blijkt dat de verbinding in 1944 was vernietigd en dat de brug pas weer hersteld is geworden in 2001 na financiële steun van Europa, Slowakije en Hongarije. 

Wednesday, August 29, 2012

Budapest. 16 juli 2007

Vandaag de stad Budapest verkend. Hieronder een impressie van wat we hebben bekeken.

Dit schitterende bronzen standbeeld herdenkt Imre Nagy, de minister-president van Hongarije voorafgaand aan de oproer van 1956. Nagy, die had geprobeerd om een mildere vorm van het communisme te introduceren, zocht zijn toevlucht in de Joegoslavische ambassade nadat de oproer was neergeslagen. Nadat hij onder valse voorwendselen naar buiten was gelokt door de Russen (hij zou een vrij doorgang krijgen naar het buitenland), werd hij gearresteerd. 

Hij werd na 2 jaar voor het gerecht gebracht en uiteindelijk ter dood veroordeeld. Hij werd niet veel later geëxecuteerd en begraven in een anoniem graf. In 1989 werd in Hongarije een democratie gerealiseerd. Niet veel later werd het lichaam van Nagy opgegraven en kreeg hij een staatsbegrafenis. Tegenwoordig wordt hij beschouwd als een echte nationale held.

Tijdens het Stalinistische regime stond in het centrum van de vlag het wapenschild met een rode ster (1949-1956). Tijdens de revolutie in 1956 (de Hongaarse Opstand) werden deze er uitgeknipt. Een driekleur met een gat in het midden werd het symbool van de revolutie van 1956 en is nog steeds te zien in het Hongaarse straatbeeld, vooral bij monumenten ter ere van de slachtoffers van de opstand.

Het Hongaarse parlementsgebouw ligt aan de Pest-zijde aan de linkeroever van de Donau. Het Huis van Afgevaardigden houdt hier regelmatig zitting. Staatshoofden en andere prominenten worden hier door de Hongaarse president en ministers ontvangen.
Het gebouw beheerst het gedeelte van de Korso tussen de Kettingbrug en de Margitbrug. Het staat symbool voor Boedapest maar zeker voor Hongarije. Het is in 1885 ontworpen door Imre Steindl en het kwam in 1902 gereed. Het behoort tot de fraaiste monumenten van de wereld. De lengte is 268 meter, de grootste breedte is 118 meter. De hoogte is 27 meter en de koepel is 96 meter hoog. Het Parlement beslaat 17.745 m2. In de beide zijvleugels van het in gotische stijl opgetrokken bouwwerk zijn de zittingszalen ondergebracht. Aan de zijde van de Donau bevinden zich lees-, gezelschaps- en eetzalen. De parlements-bibliotheek bevat 400.000 boeken. 
In de omgeving van het Parlementsgebouw staan vele regeringsgebouwen, waarin ministers zetelen. In 1989 wapperden nog voor het parlementsgebouw de rode communistische vlaggen en was op de koepelspits een grote rode ster te zien, die 's avonds verlicht was. Het jaar daarop was dit alles verdwenen, net als het communistische regime in Hongarije.
Hoewel Hongarije oorspronkelijk, zoals de meeste west-europese landen, een twee-kamer stelsel had, heeft het land nu slecht één volksvertegenwoordigende kamer. De zaal voor het Hogerhuis (of Senaat) is dus in onbruik geraakt. Beide zalen hebben 368 zetels voor parlementsleden.

Het monument "Schoenen op de Donaukade". Op deze plek zijn over een lengte van veertig meter, zestig paar metalen schoenen te vinden die op de rand van de kade staan. Zo'n tien meter hierachter is een zeventig cm hoge bank te vinden.
Het monument is geplaatst ter nagedachtenis aan de Joden die langs de oever van de Donau zijn gefusilleerd tijdens de pogroms die door de Pijlkruisers, een met nazi-Duitsland sympathiserende beweging, werden uitgevoerd. De Joden werden eerst gedwongen om hun schoenen uit te trekken en vervolgens op de rand te gaan staan. Hierna werden ze doodgeschoten waarna ze in de rivier vielen en door de stroming werden meegenomen.
Dit momument is gemaakt door Can Togay en Gyula Pauer en werd onthuld in 2005.

Dit is de toegang tot het Városliget (Stadspark). Het stadspark is met ongeveer 1 km2 het grootste park van Pest. Het park werd aangelegd in het begin van de 19e eeuw en lag destijds nog ver buiten de stadsgrenzen. Ter herdenking van het duizendjarig bestaan van Hongarije (1896) werd het uitgebreid met onder andere de Vajdahunyadburcht en de Széchenyibaden. Het gebied werd een geliefd ontspanningsoord voor alle lagen van de bevolking. Rondom het stadspark staan namelijk het restaurant Gundel, de Állatkert (dierentuin), het Nagycirkusz (cirkus), het Vidámpark (pretpark), het Vervoersmuseum en het Museum voor Beeldende Kunsten. In het park staan bovendien naast de Széchenyibaden en de Vajdahunyadburcht ook nog het Landbouwmuseum en het standbeeld van Anonymus. 

Budapest doorsneden door de Donau gezien vanaf de heuvels aan de zijde van Buda (dat is aan de westzijde van de Donau).

Het Parlementsgebouw van Hongarije gezien vanaf de overzijde van de Donau.

Tuesday, August 28, 2012

Eijsden-Budapest. 15 juli 2007

Nadat we in 2006 naar Santiago de Compostela zijn gefietst hebben Wim In de Braekt en ik plannen ontwikkeld om van Budapest naar Praag te fietsen. Dit voornemen is in daden omgezet, beginnend met een vlucht van Brussel naar Budapest waarbij de fietsen zijn meegegaan in het vliegtuig nadat zij zo plat mogelijk waren gemaakt.



We hadden een vlucht met Sky Europe. Bij aankomst op het vliegveld van Budapest moesten we uiteraard wachten op onze fietsen en maar hopen dat alles heel was gebleven. Dat bleek inderdaad het geval. We hebben ongeveer een uurtje werk gehad aan het opbouwen en in orde maken van onze fietsen.


Het was bloedheet in Budapest en we moesten nog een eindje fietsen naar het door ons gereserveerde hotel Mercure Budapest City Center in de Vaci Utca 20. Om precies te zijn nog 17 kilometer. De banden plakten aan het zachte en kokende asfalt. Gelukkig was de weg naar de stad hoofdzakelijk bergaf.

Dit was een groot gedeelte van de weg van het vliegveld naar het centrum. 

Dit is de voorkant van het hotel waar we logeerden. Dit hotel is heel centraal in de stad gelegen. De fietsen konden we goed opbergen in het hotel. 's Avonds hebben we een eerste verkenning gedaan van de stad.

Een avondlijk Budapest met een van de bruggen over de Donau.